start | biografie | korte verhalen | boeken | recensies | foto's | links | activiteiten | contact

| teksten 1 | teksten 2 | teksten 3 | teksten 4 | teksten 5

De schrootbus (in: Kort Verhaal, voorheen: De Tweede Ronde)

Bij een handelaar in oud ijzer heeft mijn vader een afgedankte militaire bus zien staan die veertien mensen kan vervoeren. Al een week lang praat hij over niets anders.
- En als we dan achterin, daar zit zo’n bank, als we die nou slopen, dan kunnen we daar mooi een keukentje bouwen, met een waterreservoir voor een echt kraantje. En dan de zitplaatsen over het gangpad heen doortrekken, dan kunnen de meisjes achterin slapen en de jongens voor en dan kunnen we alle vakanties…
- Ik wil in het bagagenet slapen.
- Ik ook.
- Ik ook.
- Nee, alleen ik. Jullie niet, want ik heb het bedacht.
- Houd eens op, daar. Er gaat niemand in het bagagenet slapen. Trouwens ik geloof niet eens dat er een bagagenet in zit. Maar zeg jíj nou eens iets?
De vraag wordt aan mijn moeder gesteld. Die kijkt zuinig.
- Wat vind jíj er nou van? herhaalt hij
Ze blijft zwijgen. Ze weet dat hij nog lang niet uitgepraat is en nog absoluut geen prijs stelt op haar mening. Mijn broers hebben geen last van zwijgen:
- Wat kost hij?
- Voor de prijs hoeven we het niet te laten. De man zal mij matsen, heeft hij gezegd.
- Die dingen zuipen benzine.
- Maar we hoeven nooit meer uren rond te rijden om een kampeerplaats te zoeken. We kunnen gewoon van de weg afslaan en parkeren op elk mooi plekje dat we zien. Met de bus zijn we zo vrij als een vogeltje.
- Vogeltjes zijn helemaal niet zo vrij.
- Houd eens op met dat gezeur. Wanneer zullen we een proefritje maken? Deze vraag wordt weer aan mijn moeder gesteld.

Die zaterdagmiddag gaat ons hele gezin naar de schroothandelaar. Vaders droom is geschilderd in camouflagekleuren en staat tot zijn middel in de brandnetels.
- Handig hè, die legerkleuren? Past prachtig bij de natuur.
- Ik zie anders meer roest dan kleur, zegt mijn oudste broer.
- Ach, dat is zo gepiept! Beetje schuren, beetje overschilderen.
- Ik kan hier anders mijn vinger dwars door de carrosserie heen steken.
- Ja, een paar plekjes hebben extra aandacht nodig, het is een oud karretje.
- Oud karretje? Oud vod!
De schroothandelaar klimt achter het stuur. Mijn vader gaat naast hem zitten, mijn moeder loopt naar waar de keuken gepland is, wij proberen vliegensvlug alle zitplaatsen uit en klimmen in het bagagenet.
- Naar beneden jullie, eruit! Nu! Wat mankeert jullie?
De motor start, de bus kermt hartverscheurend. Stangen en knarsetandende raderen proberen grip op elkaar te krijgen maar lijken vergeten te zijn hoe de beweging moet worden overgebracht. Door het geschuur proef ik roest en ijzervijlsel tussen mijn tanden.
Dan begint de bus te schokken en tenslotte ‘pakt’ hij. Langzaam trekt de eigenaar het vehikel de weg op. Het lawaai is oorverdovend, maar we rijden. De wagen rammelt in al zijn gewrichten en slingert zo hard dat we heen en weer gesmeten worden.
Glunderend draait mijn vader zich om in zijn stoel en kijkt naar de zitplaatsen waarop hij in gedachten zijn kroost al vredig ziet slapen. Hij verplaatst zijn blik naar achteren, waar hij de bank reeds vervangen ziet door een keukentje met stromend water totdat - dwars door die waterstraal heen - het gezicht van mijn moeder opdoemt. Een gezicht dat hem wreed uit zijn droom stoot. Hij zwalkt naar achteren en vraagt hoe ze het vindt. Om hem te kunnen verstaan plaatst zij haar handen achter haar oorschelpen. Hij vormt met de zijne een toeter voor zijn mond en roept:
- Ik vroeg hoe je het vindt!
- Wat zeg je?
Hij buigt zich voorover en schreeuwt zijn vraag in haar oor. Ze staat op om hem te antwoorden, wordt tegen een stoelleuning gekwakt, verliest haar evenwicht en valt op haar knie in het gangpad. Vergeefs brult mijn vader naar de bestuurder dat deze moet stoppen. Hij helpt mijn moeder overeind, controleert de knie, kijkt naar haar van pijn vertrokken gezicht, ziet de wanhoop in haar ogen en voelt pas dán hoe de bus schudt en alle spreken onmogelijk maakt. Nog even probeert hij een oplossing voor het slingeren en het kabaal te bedenken, maar hij weet dat zijn droom aan flarden is.

Een half jaar na het avontuur met de schrootbus, ziet mijn vader een oude schuit te koop liggen. Niet duur en precies groot genoeg.
- En zou het nou niet leuk zijn als... Ja, natuurlijk, iedereen een zwemvest, dat spreekt vanzelf... En dan maken we een echt wc-tje met een stortbak en in het vooronder kunnen dan de kinderen...

| teksten 1 | teksten 2 | teksten 3 | teksten 4 | teksten 5

                                                                                                

     alle teksten ©Monica Metz